donderdag 30 april 2009

Bing Bong Bang

Opzet
Vertrekkend van het tekstmateriaal van het JR/SR-project, ging de 4de klas van basisschool ’t Klimrek gedurende drie maanden (januari tot en met maart 09) de dramatische toer op. Ze kregen de kans de senioren en de kinderen te ontmoeten op het toonmoment van dit project en trokken daarna met de opnames naar de klas. Via drama-improvisatie, boeiende gesprekken, opzoekwerk op Internet en het bekijken van educatieve kinderprogramma’s, kwam deze klas tot een eigen invulling van het onderwerp ‘bang zijn’. Bing Bong Bang werd een komische documentaire waarin het groeiproces qua acteertalenten van de kinderen goed tot uiting komt.

Begeleiding: Wim De Winne en Pascal Poissonnier
Dank aan: Meester Eric en de kinderen van het 4de leerjaar van basisschool ’t Klimrek

Interessante momenten
- hoe je snel door dergelijke intense projecten, als buitenstaander een mooie band met kinderen opbouwt
- als leerkracht eens in een andere positie verkeren, namelijk die van observator. Zo krijg je een andere kijk op je kinderen
- dat kinderen hun eigen ‘ego’ opzij kunnen zetten ‘ten dienste’ van het grotere geheel
- de opwarmingsoefeningen voor drama/beweging hadden een impact op de sociale vaardigheden binnen de groep
- zien dat sommigen kinderen, tussen alle veilige clichés in, zich comfortabel genoeg voelen om echt te tonen hoe ze zich voelen en wie ze zijn

Tips voor collega’s
-filmen heeft de eigenschap van traag te gaan en er moet veel herhaald worden. Dit geeft een dubbel gevoel: als je naar een product toe werkt is het voor jonge kinderen moeilijk om de zin van iets te blijven inzien. Zorgen voor tussentijdse resultaten, blijft hen aanmoedigen om door te gaan. Veelvuldig herhalen zorgt anderzijds voor veiligheid en vertrouwen. De camera en de cameraman worden op den duur ‘decor’ waar niemand zich meer aan stoort. Werken aan een film is ‘veiliger’ dan live moeten optreden voor publiek
- weeg op voorhand goed de gevolgen af van de keuze voor resultaatgericht werken of voor procesmatig werken gericht op overdracht (ook voor externe begeleiders en specialisten)
- gebruik dergelijke eigen ‘filmervaring’ om daarna met kinderen aan filmanalyse te doen van ‘commerciële’ films. Regie, cameragebruik, montage, trucage, herhaling, geluid, belichting,…ze hebben het allemaal ‘aan den lijve’ meegemaakt, dus is de herkenning en transfer nadien veel groter en makkelijker

Valkuilen
- werken naar een bepaald product toe, heeft een totaal andere aanpak. Het procesmatig werken en de inbreng van de kinderen wordt duidelijk kleiner. Anderzijds is dit ook wel eens boeiend omdat je kinderen gerichter laat werken, je bent strikter, stelt duidelijker eisen. Een mooi evenwicht bewaren tussen eigen (volwassen) inbreng en dicht bij de kinderen blijven is dan heel belangrijk
- werken met specialisten is een tweesnijdend mes. Het geeft enerzijds veel meerwaarde, maar het maakt je als leerkracht onzeker om daarna zelf aan de slag te gaan.

Reacties van de kinderen
“Meester, wat gaan Wim en Pascal nu weer doen?”
“Bang zijn moet ook een beetje grappig zijn!”