donderdag 30 april 2009

Stoepkrijtverhaal

'Stoepkrijtverhalen' met kinderen van basisscholen De Dialoog (4de leerjaar), 't Klimrek (5de leerjaar) en de Lotus (5de leerjaar).

Opzet
Jeugdauteur Daniel Billiet schrijft een verhaal in 25 hoofdstukken. Het verhaal heeft een plot dat zich in de wijk situeert. Illustrator Myriam Kalaï maakt een bijpassende tekening voor de cover. Met dit materiaal trekken beiden (gedurende januari, februari, maart 09) naar de drie deelnemende klassen. Er is echter iets met het originele boek gebeurd: de wind heeft de unieke bladen uit de handen van de auteurs gerukt en in zee geblazen. Hierdoor zijn een heleboel woorden en zinnen weggewist, bovendien zijn ook alle illustraties uit het boek verdwenen!
In elke klas gaan de kinderen per duo aan de slag: ze krijgen elk een hoofdstuk van het verhaal te verwerken. Ieder hoofdstuk heeft maximaal 15 zinnen. Aan de kinderen wordt gevraagd om, aan de hand van enkele trefwoorden, die de loop van het verhaal bewaken, de hoofdstukken te vervolledigen.
Daniel komt de opdracht introduceren, maar het echte ‘invullen’ gebeurt bij de leerkracht. Er worden de nodige sessies gepland om de kinderen de basisbeginselen van het maken van verhalen bij te brengen, het verloop op te volgen en eventueel bij te sturen en om het eindresultaat te bespreken.
Myriam biedt de klassen illustratiesessies aan. Ze spitst zich toe op het illustreren bij verhalen: wat tekenen we en wat niet?, wat is de essentie van een hoofdstuk?, wat zijn verschillende illustratiestijlen?, welke prentenboeken bestaan er die ons kunnen inspireren?. Het aanbod en aanpak zijn sterk toegespitst op het toonmoment, nl. het illustreren met stoepkrijt. Dat betekent dat de kinderen een kleine schets stapsgewijs leren omzetten in een grote stoeptekening van 1,5m in het vierkant! Uit alle tekeningen die de duo’s gemaakt hebben, worden met de scan achteraf details gehaald en tot een nieuwe gezamenlijke collage samengebracht.

Toonmoment en tentoonstelling
De 60 kdn. van de drie klassen werken telkens in groepjes van twee. ’s Morgens worden op 16 op voorhand bepaalde plaatsen, verspreid over de buurt (pleintjes, speelplaatsen, trottoirs, garagepoorten, inritten,...), de teksten door de kinderen met stoepkrijt geschreven en geïllustreerd. Elk duo heeft een volwassene als begeleider. Een fotograaf legt al deze ‘acts’ en de eindresultaten op foto vast.
’s Namiddags gaan de drie klassen het parcours langs om iedereen zijn bijdrage te lezen. Op die manier komen ze eindelijk het volledige verhaal te weten. Ook de andere klassen van de school, ouders en geïnteresseerde buurtbewoners worden uitgenodigd om te komen ‘stoeplezen’.In de plaatselijke openbare bib worden alle originele teksten en tekeningen, maar ook de schetsen, video-opnames en boekjes van de andere deelprojecten (JR/SR en Bing Bong Bang) aan het publiek getoond. We sluiten feestelijk af met een knabbel en een drankje.

Begeleiding: Daniel Billiet, Myriam Kalaï
Dank aan: juf Kim, meester Patrick, juf Cindy, de kinderen van het 5de leerjaar van basisschool ’t Klimrek, het 4de leerjaar van basisschool De Dialoog en van het 5de leerjaar van Daltonschool De Lotus, Melanie De Munck, Marieke De Munck, de broer van juf Cindy, Annie Lens, Veerle Kindt en natuurlijk de buurtbewoners voor het lenen van hun stoepen, opritten, parkeerplaatsen, leegstaande winkelpanden,…

Interessante momenten
- de evolutie op sociaal vlak tussen de kinderen binnen de groepjes waarin ze gedurende het project samenwerkten: er kwam een spontane taakverdeling, men gaf mekaar complimenten, er was geen jaloezie. Ook tussen de groepen onderling verliep alles heel sereen
- het plezier van de kinderen zien tijdens de werkmomenten, geeft eigen plezier!
- de gedrevenheid van de kinderen tijdens het project zorgde ervoor dat er heel veel ouders op het toonmoment waren
- de kracht zien van een ‘buitenstaander’ in de klas, op locatie werken en het werken met ‘vreemd’ materiaal (groot tekenen op straat met stoepkrijt)
- “Het idee om een verhaal te schrijven rond een boek dat in het water gevallen is en dat schrijver en illustrator tekeningen kwijt zijn vond ik super”

Tips voor collega’s
- als je door ICT-middelen ervoor kan zorgen dat er van elk kind iets in het eindproduct weer te vinden is, geeft veel voldoening (voor de kinderen)
- het is belangrijk om bij lang lopende projecten een grote variatie aan input en activiteiten te voorzien
- voorzie (als externe) de mogelijkheid tot differentiëren als je met groepen met grote leeftijdsverschillen werkt
- denk goed na over plaatsen waar je ouders uitnodigt. Wat voor jou een evidente plek is, heeft misschien voor bepaalde groepen net een te hoge drempel
- misschien is dit eerder iets voor in de jeugdboekenweek, waarbij gedurende een periode van 2 à 3 weken intensief wordt gewerkt rond een verhaal/boek. Er wordt dan korter op de bal gespeeld en het resultaat is er sneller (denk ik dan)

Valkuilen
- werken met “experten”, hun specialisme is niet te onderschatten
- door de taalachterstand is het uiten van verbeelding of fantasie voor allochtone kinderen minder evident. Zeg niet “deze kinderen hebben geen fantasie” of “ze zijn zo voorspelbaar”, maar stimuleer hen in het uiten er van: biedt meer en gevarieerde mogelijkheden, help mee gedachten te formuleren, doe ‘losmaak-spelletjes-voor-het-hoofd’, creëer veiligheid
- “voor sommige kinderen was het moeilijk om de verhaallijn te behouden en weten waarover alles ging. Ook bij mij blijft de grote verwachting naar het volledige verhaal. Tijdens de wandeling krijg je veel interpretaties, maar het volledige verhaal, wat de andere scholen dan geschreven hebben, is nog steeds niet goed tot mij doorgedrongen (de grote lijn natuurlijk wel). Ook was de leesbaarheid van sommige teksten niet echt goed en daardoor ging de motivatie om verder te lezen wel snel achteruit.”

Reacties van de kinderen
“groot leren tekenen met stoepkrijt is veel leuker dan teksten schrijven”
“we mochten huizen in brand steken” (in het verhaal wel te verstaan)
“eindelijk GROOT tekenen!”
“we waren verdrietig omdat onze tekening op papier moest in de bib en niet op straat”
- Het uiteindelijke verhaal, alles samen (het boekje dus), daar wordt nog steeds met grote verwachtingen naar uitgekeken.